Dwangmedicatie

Dwangmedicatie

Opname accommodatie

KC22-038 07 september 2022

Uitspraak onafhankelijke klachtencommissie Wvggz Gelderland Midden en Zuid

 

Inzake : [klager]
Klachtnummer : KC22-038
Instelling : Pro Persona
Datum ontvangst klacht : 31 augustus 2022
Schorsingsverzoek : Gehonoreerd
Hoorzitting : 5 september 2022
Datum uitspraak  : 8 september 2022

 

Aanwezig bij de hoorzitting

[XX] (klager)

[XX]PVP)

 

[XX] (verweerder

[XX] (verweerster)

 

[XX] (voorzitter klachtencommissie)

[XX] (psychiater) 

[XX] (lid)

 

[XX] (ambtelijk secretaris Wvggz klachtencommissie)

 

 

Juridische status

Voortgezette crisismaatregel

 

 

Klacht

  1. Opname accommodatie
  2. Verplichte medicatie

 

 

Procesverloop

De commissie heeft op 31 augustus 2022 een klacht ontvangen inzake medicatie inclusief een schorsingsverzoek en opname in een kliniek als onderdeel van de verplichte zorg.

Op 31 augustus 2022 zijn partijen geïnformeerd over het schorsingsbesluit en de behandeling van de klacht. Het (aanvullend) verweer is op 2 september 2022 per mail naar betrokkenen gezonden.

 

De digitale hoorzitting heeft plaatsgevonden op 5 september 2022. Bij die gelegenheid hebben partijen hun standpunt kunnen toelichten. Aan het einde van de hoorzitting heeft de voorzitter medegedeeld dat de verkorte uitspraak op deze dag zal worden toegezonden en de volledige uitspraak uiterlijk op 14 september 2022 schriftelijk naar partijen gezonden zal worden.

 

De klachtencommissie heeft inzage gehad in de volgende stukken:

-           Ingediende klacht d.d. 31-8-2022;

-           Schorsingsbesluit d.d. 1-9-2022;

-           Verweerschrift d.d. 2-9-2022;

-           Crisismaatregel d.d. 4-8-2022;

-           Medische verklaring d.d. 4-8-2022;

-           Infobrief voorbereiding zorgmachtiging d.d. 19-8-2022;

-           Beschikking VCM 8-8-2022;

-           Infobrief crisismaatregel d.d. 4-8-2022;

-           Beslissing verlenen VZ d.d. 26-8-2022;

-           Aanzegging verplichte zorg d.d. 4-8-2022;

-           OM verzoek voortzetting crisismaatregel 5-8-2022;

-           Behandelplan d.d. 4-8-2022 en 16-8-2022;

-           Notitie behandelaar d.d. 23-8-2022;

-           Decursus en rapportage verpleegkundige 4-8-2022 t/m 18-8-2022.

-           Decursus 19-8-2022 t/m 1-9-2022;

-           Rapportage VPK 26-8-2022 t/m 1-9-2022.

 

 

Termijn

Het klaagschrift bevat klachten tegen verplichte zorg als omschreven in artikel 10:3 Wvggz. Deze klachten hebben betrekking op een beslissing waarvan het gevolg actueel is. Om die reden ziet de klachtencommissie zich gehouden binnen twee weken na ontvangst van de klacht een schriftelijke en gemotiveerde beslissing te nemen. Deze termijn loopt af op 14 september 2022.

 

 

Feiten

Klager is een [leeftijd] man bekend met een stoornis in het schizofrenie spectrum en achtervolgingswanen.

Op 15 augustus 2022 heeft de rechtbank Gelderland een schriftelijke voortzetting van de crisismaatregel afgegeven voor de duur van 2 weken.

 

 

Standpunten van partijen

Klager licht ter zitting toe dat hij opnieuw een klacht tegen de verplichte medicatie heeft ingediend omdat het goed met hem gaat en hij van mening is dat verplichte medicatie niet nodig is. Klager voelt zich helder en kerngezond. Hij wil het liefst vandaag met ontslag maar begrijpt dat dit niet mogelijk is. Klager vertelt inmiddels meer open te staan voor behandeling en zich minder te verzetten. Hij geeft aan bereid te zijn op vrijwillige basis te praten over medicatie en behandeling.

Klager voegt toe dat hij in zijn dossier rapportages heeft gelezen die volgens hem niet kloppen. Daarbij zijn de rapportages in de decursus minder positief dan de verslagen van verpleegkundigen. Klager vraagt zich af waar de behandeling dan op gebaseerd wordt. De voorzitter legt uit dat dit geen onderwerp is voor deze klachtzitting en dat de PVP klager kan ondersteunen bij het krijgen van een antwoord op deze vragen.

 

Klager vult aan dat hij meer gehoor vindt bij behandelaren de laatste dagen en dat hij daar blij mee is. Klager zou graag willen dat er meer onderzoek gedaan wordt naar wat zich precies heeft afgespeeld rond de opname. Waarom is hij in de kliniek terecht gekomen? Voor klager is dat zwaarwegend. Klager geeft aan dat hij vanuit veiligheidsoverwegingen opgenomen is en niet als patiënt. Klager wil het liefst zo snel mogelijk naar huis. Hij wil zijn vrijheden terug. Hij is werkzaam in het onderwijs en geeft aan dat lesgeven zijn passie is.  

PVP vult aan dat het steeds beter gaat met klager ondanks dat er geen medicatie wordt toegediend. Daarom acht de PVP het een redelijk verzoek van klager om zonder medicatie af te wachten hoe zijn toestandsbeeld zich ontwikkelt en afspraken te maken over de toekomst na ontslag.  

 

Verweerder beaamt dat er zonder medicatie duidelijk verbetering is te zien in het toestandsbeeld van klager. Wel is verweerder van mening dat medicatie kan helpen bij het verbeteren van de restverschijnselen en om recidive te voorkomen. Verweerder wil klager tegemoet komen in zijn wens en daarom de verplichte zorg voor de medicatie per direct intrekken. Vanuit deze situatie wordt dan gekeken naar het uitbreiden van vrijheden en het realiseren van ambulante zorg. Verweerder benoemt dat dit nog wel een precair evenwicht is. De verplichte medicatie acht zij niet meer proportioneel maar verweerder wil wel vinger aan de pols houden. Verweerder stelt voor nog deze week te gaan oefenen met vrijheden door klager met verlof naar huis te laten gaan. Als het goed gaat dan mag klager met ontslag. Verweerder zal een nieuwe 8.9-brief uitreiken aan klager waarin slechts de opname in een kliniek als verplichte zorg wordt opgenomen.

 

De commissie bevraagt klager op zijn kijk op de aanleiding voor deze opname, namelijk de gevoelde dreiging van een extremistische groep. Klager antwoordt dat hij dit niet kan inschatten. Hij moet dit gaan ervaren. Vorige week is hij langs zijn huis gelopen om te voelen wat het met hem deed. Klager staat positief tegenover het oefenen met vrijheden. Misschien is de dreiging weg. Klager geeft aan dat hij over dat aspect nog wel huiverig is. Hij is wel bereid om contact op te nemen met Pro Persona en zo nodig medicatie in te nemen mocht hij zich opnieuw zo onveilig voelen.

 

De voorzitter geeft een korte toelichting op het onderscheid tussen vrijwillige en verplichte zorg. Verweerder heeft een 8.9-brief uitgereikt aan klager met betrekking tot de medicatie. Conform de Wvggz beoordeelt de commissie de klacht in het licht van verplichte zorg. Verweerder heeft ter zitting aangegeven de noodzaak van medicatie vanuit samenwerking te beoordelen.

De voorzitter merkt nog op dat er een zorgmachtiging is aangevraagd maar dat het besluit hierop lang uitblijft. Verweerder beaamt dit maar dit is aan de rechtbank en behandelaren hebben hier geen invloed op.

 

Klager geeft aan blij te zijn met de ontwikkeling die hij gehoord heeft tijdens de zitting en wil graag gaan oefenen met vrijheden.

 

 

 

BEVINDINGEN VAN DE COMMISSIE

 

Ontvankelijkheid klacht en bevoegdheid commissie

Op grond van artikel 10.3 van de Wvggz kan een klacht worden ingediend bij de klachtencommissie over de nakoming van een verplichting of een beslissing op grond van de in dat artikel opgenomen bepalingen. De klacht ziet op de uitvoering van de verplichte zorg en is gericht tegen de verplichte medicatie en opname zoals bedoeld in artikel 8:9 Wvggz en zijn ontvankelijk.

 

Gronden en overwegingen

Gelet op de ingebrachte stukken, de inhoud van de dossierstukken en het verhandelde ter zitting komt de klachtcommissie tot de volgende overwegingen.

Artikel 8:9 Wvggz bepaalt dat de zorgverantwoordelijke ter uitvoering van de (voortgezette) crisismaatregel en ter uitvoering van de zorgmachtiging een beslissing tot het verlenen van verplichte zorg niet neemt, dan nadat hij:

  1. zich op de hoogte heeft gesteld van de actuele gezondheidstoestand van betrokkene,
  2. met betrokkene over de voorgenomen beslissing overleg heeft gevoerd, en
  3. voor zover hij geen psychiater is, hierover overeenstemming heeft bereikt met de geneesheer-directeur.

 

Allereerst en meer in het algemeen overweegt de commissie dat verplichte zorg bij psychiatrische patiënten een ernstige inbreuk is op hun persoonlijke levenssfeer en/of lichamelijke integriteit. Deze inbreuk dient dan ook met de nodige waarborgen omkleed te zijn. Daarom worden er zowel op juridisch als op medisch gebied eisen gesteld aan het mogen toepassen van verplichte zorg. Op juridisch gebied moet verplichte zorg voldoen aan de gronden van de Wvggz en aan vormvoorschriften als vastlegging van het zorgplan en het uitreiken van een voldoende gemotiveerde schriftelijke kennisgeving van de verplichte zorg.

 

Klager is een [leeftijd] man bekend met een vermoedelijke psychische stoornis, in de vorm van een paranoïde psychose met vergiftigingswanen en paranoia. Klager klaagt over zijn opname bij Pro Persona omdat hij daar voor zijn veiligheid is en niet voor behandeling. Verder klaagt klager over zijn verplichte medicatie. Klager wil geen medicatie en heeft een schorsingsverzoek hiervoor ingediend.

 

Dit schorsingsverzoek van 1 september 2022 is toegekend tot aan de hoorzitting op 5 september 2022.

 

Verweerder geeft aan dat klager klinisch is opgenomen middels een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel. Er is sprake van een vermoedelijke paranoïde psychose, gekenmerkt door paranoïde wanen (achtervolging door rechtsextremistische occulte groepering) achterdocht, akoestische hallucinaties en desorganisatie van het gedrag. Wegens ontbrekend ziektebesef en het ernstig nadeel, is ambulante behandeling niet mogelijk. Medicamenteuze behandeling is noodzakelijk om het toestandsbeeld te behandelen. Klager heeft door zijn waan diverse 112 meldingen gedaan waarop politie is uitgerukt maar niets heeft gevonden. Klager is daarna gevlucht met risico op uitputting en ernstige lichamelijke schade. Klager is in hechtenis genomen en weigerde te drinken wegens zijn vergiftigingswaan.

 

Bij opname weigert klager wegens zijn ontbrekend ziektebesef medewerking aan behandeling en lichamelijk onderzoek. Klager is op 22 augustus 2022 naar de extra beveiligde kamer gebracht wegens het schrijven van teksten op de muren over verkrachting en de gevaarlijke situatie die was ontstaan nadat klager een lamp van het plafond had getrokken. Klager heeft op 17 augustus 2022 een klacht ingediend bij de klachtencommissie over de medicatie. Deze klacht is op formele gronden gegrond verklaard omdat de 8:9 Wvggz beslissing gebaseerd was op de niet-meer-geldende crisismaatregel in plaats van op de geldende machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel van 15 augustus 2022.

Verweerder heeft een nieuwe beslissing 8:9 Wvggz uitgereikt aan klager, gebaseerd op de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel. Inmiddels is een zorgmachtiging aangevraagd en de machtiging voortzetting van de crisismaatregel is geldend tot afgifte van de zorgmachtiging. In de hoorzitting heeft verweerder aangegeven deze beslissing 8:9 Wvggz, uitgereikt op 26 augustus 2022, in te trekken. Deze intrekking heeft betrekking op de verplichte medicatie omdat verweerder aangeeft dat samenwerking met klager nu wel mogelijk is op vrijwillige basis. Deze intrekking van de beslissing 8:9 Wvggz geldt niet voor de opname. Verweerder geeft aan een nieuwe beslissing 8:9 Wvggz met betrekking tot uitsluitend de opname uit te willen reiken aan klager.

 

 

De commissie acht zich onbevoegd.

Artikel 8:9 Wvggz gaat over de uitvoering van de verplichte zorg. Nu verweerder mogelijkheden ziet om in samenwerking met klager vrijwillige medicatie als behandeling toe te passen, is er geen sprake van verplichte zorg. De klachtgrond zoals genoemd in artikel 10:3 letter f Wvggz ontbreekt. De commissie acht zich daarom onbevoegd deze klacht te behandelen.

 

De commissie overweegt het volgende:

Gezien het gedrag van klager en het risico op ernstig nadeel is de verplichte zorg inhoudende de opname een passende behandeling om het ernstig nadeel te voorkomen. Geconcludeerd kan worden dat verweerder de proportionaliteit, subsidiariteit, veiligheid en doelmatigheid van de verplichte opname heeft getoetst.   

 

 

Uitspraak

De klachtencommissie verklaart zich onbevoegd ten aanzien van de klacht inzake de medicatie.

De klachtencommissie verklaart de klacht gericht tegen de opname ongegrond.

 

 

Beroep

Klager, vertegenwoordiger of de zorgaanbieder kan door middel van een schriftelijk en gemotiveerd verzoekschrift bij de Rechtbank Gelderland beroep instellen tegen onderhavige uitspraak van de klachtencommissie. De termijn voor het indienen van een verzoekschrift bedraagt zes weken na de dag waarop de beslissing van de klachtencommissie aan de betrokkene is meegedeeld.

 

 

Aldus besloten te [plaats], 8 september 2022

namens de Wvggz klachtencommissie,

i/o

 

[voorzitter]

Voorzitter Wvggz Klachtencommissie

Aantal bladzijden: 5